in een lichaam draait een hart
hart
draai
draai
in een hart draait een schild
draai
hart
draai
gelijk een wichelroede wordt het misbruikt
hart
richt
-
achter hemelsbrede schouders vindt ze sterren
hart
o!
hart!
nacht blaast ze uit haar vuist
muzieknoten
zandkorrels
veren dwarrelen op je buik
...
tussen de wind
kleurt het paarsrood
gouden graanvelden
onder zee
hart
draai
draai
donderdag 17 september 2015
zaterdag 9 mei 2015
De vogelsjamaan (work in progress)
Het begon allemaal op het moment dat de verguisde Benji zijn schoentje in een diepe waterput is verloren, op een warme zomermiddag, 1954. De jongen had een bleek gelaat, waar voor een buitenstaander overigens niet veel van te zien was. Over zijn gezicht was een gewaad gespreid, met daarop vlekken, borduursels en gaas, dat hem voor een groot deel zijn zicht benam. De vlekken kwamen voort uit een oeroude traditie dat overgeheveld werd van generatie op generatie. In het curieuze en nabije dorp verzamelden de mensen allerlei stoffen en oude kranten als canvas en werden gehele familiewapens gecreëerd uit een specifieke waterverf. De vlekken op zijn gewaad waren het resultaat van de vingerbewegingen van zijn dorpgenoten en vormden een verminkte rorschach plaat op zijn gezicht.
Aan de rand van het dorp naast een akkerveld met daarop drie vogelverschrikkers stond een oude hut, waarin Benji vogels verzamelde en hield. Van kanaries tot oehoes, van paradijsvogels tot witte duiven. Niemand begreep echter, waarom Benji zoveel vogels hield. Iedere volle maan of wanneer hij tijdens een potje schaak zijn imaginaire tegenstander schaakmat zette, liet hij een van zijn vele vogels vrij. Voor dit ritueel had hij drie poorten geconstrueerd uit riet, respectievelijk wit, rood en blauw. Koos de vogel voor de witte poort, dan stond hem een lang leven te wachten vol geluk en wijsheid. Koos de vogel voor de rode poort, dan zou hem dood en verderf te wachten staan. Koos de vogel voor de blauwe poort, dan zou de vogel getransformeerd worden naar een andere wereld. Echter, dit was de bedoeling van de poorten. Wat Benji echter ontging, was dat de vogels de zorgvuldig gemaakte regels aan hun laars lapten, waardoor de verschillende soorten poorten geen enkele invloed op het leven van de vogels hadden. De vogels gingen de weg van de natuur.
Voor we verder afdwalen in de alledaagse bezigheden van Benji, is er belangrijk detail op te merken, dat tot gevolg had dat Benji zijn schoen en daarmee tegelijkertijd zijn voetstappen verloren is geraakt. Aanleiding hiervan waren de naar school gaande kinderen die tweemaal daags kiezelstenen gooiden naar de drie onschuldige en ongelukkige vogelverschrikkers, tot groot verdriet van onze vogel liefhebbende Benji. De vogelverschrikkers waren volgens hem de hoeders van de balans tussen de akker en de vogels, dat de kinderen ruw verstoorden. Tweemaal daags kwam Benji met zijn pamfletten en schild naar de plek des onheils om zijn helden te verdedigen en de kinderen te waarschuwen voor het grote onheil dat ze te wachten stond.
„Vertrek als de wiedeweerga naar waar gij vandaan zijt gekomen! Een grote rots zal genadeloos op jullie neer deinen als het gewicht van de wereld zelve!”, waarbij hij om iedere 4 woorden 3 keer op zijn grote trom sloeg. "Boem! Bam! Bim!" Vanwege het gewaad over zijn gezicht was er echter niet veel meer te verstaan van zijn boodschap, behalve wat gemompel en zo werd hij overstemd door de schreeuwende kinderen die hem allen uit vloekten.
„Loop naar de maan, malloot!”
„Huilebalk!”
„Uitgedroogde mummie!”
En zo bogen de vogelverschrikkers iedere dag een beetje verder door, waardoor Benji niet alleen meer de stenen had te verduren, maar op den duur ook vogels, die onbehouwen de akker leeg plukten. Benji, die onvermoeid doorging met zijn preken, werd op een gegeven moment door de kinderen beetgepakt en door elkaar geschud, waarbij zijn gewaad van zijn gezicht gleed en de kinderen in koor een gil gaven. Zelfs de vogelverschrikkers deinden verder achteruit. „Alle duivels!” klonk het op uit de groep en de kinderen vluchtten weg. Benji's gelaat was zo bleek als witte krijtrotsen en had nog het meeste weg van een verlaten maanlandschap. Zijn ziel kraaide en kraste en uit zijn mond kwam gepiep en gekraak.
alle zielen ontsproten van de aarde, een bloem in ieder hart groeit, voelt zacht fluweel, een zachte bries in de wind een kalme stroom omringt ons hart
Benji merkte dat hij gedurende alle kabaal een van zijn fijngemaakte vederen schoentjes verloren was en droop af naar zijn hut. Wolken drongen door aan de heldere hemel. Een roodachtige schemering nam haar plaats in. Het asfalt prikkelde en brandde onder Benji's voet. Hij sloeg zijn gewaad over zijn hoofd, terug op zijn vertrouwde plek. Voorzichtig ademde hij de verkoelde lucht die de verse schaduwen met zich meebrachten. Hij was als vastgenageld aan de grond blijven staan en kon geen stap meer verzetten.
een ronde weg groeit links en dan rechts van de maan een weg naar hoge terreinen van het bewustzijn, strepen wijzen een weg, weg van het stof
Door de piepkleine gaten in het gewaad sloeg hij de oude put tegenover de akker gade, waarvandaan hij hoongelach op hoorde stijgen.
"Gooi hem erin! Gooi hem erin!"
Door zijn adelaarsogen zag hij in de verte een van de kinderen zijn schoen in zijn hand houden en de kinderen om hem heen moedigden hem luid en olijk aan.
groen gevederte groeit tussen de lanen tot diep onder de grond, het magma stolt en zal altijd stollen
De schoen werd in de lucht gelanceerd en dwarrelde beetje bij beetje verder de put in tot een zacht plompgeluid te horen was. De buikjes van de kinderen schudden heen en weer. Dreigend en schommelend kwamen de kinderen stap voor stap dichterbij onze Benji, bleven even voor hem staan om hem te aanschouwen, en tilden hem met zijn allen op. "Laat die verdomde trommel toch hier!" Ze zwierden hem heen en weer, gooiden en in de lucht en riepen in koor:
"Hoera!"
de aarde heeft zich verwisseld met de lucht, alleen in beiden is de echte waarheid te vinden
In cirkels kwamen ze steeds dichterbij de put. Een plotselinge hitte daalde neer. Benji werd bij zijn kraag gepakt, naar de rand van de put gebracht en er op gewezen dat zijn schoentje diep in die donkere cirkel lag. Het hoongelach keerde terug. Een jongen, lichtgebouwd, met blanke ogen als parels, spuugde in de put. Hij telde twee seconden totdat er een gespat te horen was, helder als kristal. Alle kinderen stonden nu om de put heen gebogen en aanschouwden aandachtig het diepe zwart dat de put wist te dragen. "Moeder zegt dat ie uit de as is opgerezen." Benji keek op en wist zich los te rukken, maar stond wederom als aan de grond genageld. Verbaasd keken de kinderen hem aan. Alle oogjes verplaatsten zich naar zijn voet. "Kijk eens, wat rood ie is!"
Aan de rand van het dorp naast een akkerveld met daarop drie vogelverschrikkers stond een oude hut, waarin Benji vogels verzamelde en hield. Van kanaries tot oehoes, van paradijsvogels tot witte duiven. Niemand begreep echter, waarom Benji zoveel vogels hield. Iedere volle maan of wanneer hij tijdens een potje schaak zijn imaginaire tegenstander schaakmat zette, liet hij een van zijn vele vogels vrij. Voor dit ritueel had hij drie poorten geconstrueerd uit riet, respectievelijk wit, rood en blauw. Koos de vogel voor de witte poort, dan stond hem een lang leven te wachten vol geluk en wijsheid. Koos de vogel voor de rode poort, dan zou hem dood en verderf te wachten staan. Koos de vogel voor de blauwe poort, dan zou de vogel getransformeerd worden naar een andere wereld. Echter, dit was de bedoeling van de poorten. Wat Benji echter ontging, was dat de vogels de zorgvuldig gemaakte regels aan hun laars lapten, waardoor de verschillende soorten poorten geen enkele invloed op het leven van de vogels hadden. De vogels gingen de weg van de natuur.
Voor we verder afdwalen in de alledaagse bezigheden van Benji, is er belangrijk detail op te merken, dat tot gevolg had dat Benji zijn schoen en daarmee tegelijkertijd zijn voetstappen verloren is geraakt. Aanleiding hiervan waren de naar school gaande kinderen die tweemaal daags kiezelstenen gooiden naar de drie onschuldige en ongelukkige vogelverschrikkers, tot groot verdriet van onze vogel liefhebbende Benji. De vogelverschrikkers waren volgens hem de hoeders van de balans tussen de akker en de vogels, dat de kinderen ruw verstoorden. Tweemaal daags kwam Benji met zijn pamfletten en schild naar de plek des onheils om zijn helden te verdedigen en de kinderen te waarschuwen voor het grote onheil dat ze te wachten stond.
„Vertrek als de wiedeweerga naar waar gij vandaan zijt gekomen! Een grote rots zal genadeloos op jullie neer deinen als het gewicht van de wereld zelve!”, waarbij hij om iedere 4 woorden 3 keer op zijn grote trom sloeg. "Boem! Bam! Bim!" Vanwege het gewaad over zijn gezicht was er echter niet veel meer te verstaan van zijn boodschap, behalve wat gemompel en zo werd hij overstemd door de schreeuwende kinderen die hem allen uit vloekten.
„Loop naar de maan, malloot!”
„Huilebalk!”
„Uitgedroogde mummie!”
En zo bogen de vogelverschrikkers iedere dag een beetje verder door, waardoor Benji niet alleen meer de stenen had te verduren, maar op den duur ook vogels, die onbehouwen de akker leeg plukten. Benji, die onvermoeid doorging met zijn preken, werd op een gegeven moment door de kinderen beetgepakt en door elkaar geschud, waarbij zijn gewaad van zijn gezicht gleed en de kinderen in koor een gil gaven. Zelfs de vogelverschrikkers deinden verder achteruit. „Alle duivels!” klonk het op uit de groep en de kinderen vluchtten weg. Benji's gelaat was zo bleek als witte krijtrotsen en had nog het meeste weg van een verlaten maanlandschap. Zijn ziel kraaide en kraste en uit zijn mond kwam gepiep en gekraak.
alle zielen ontsproten van de aarde, een bloem in ieder hart groeit, voelt zacht fluweel, een zachte bries in de wind een kalme stroom omringt ons hart
Benji merkte dat hij gedurende alle kabaal een van zijn fijngemaakte vederen schoentjes verloren was en droop af naar zijn hut. Wolken drongen door aan de heldere hemel. Een roodachtige schemering nam haar plaats in. Het asfalt prikkelde en brandde onder Benji's voet. Hij sloeg zijn gewaad over zijn hoofd, terug op zijn vertrouwde plek. Voorzichtig ademde hij de verkoelde lucht die de verse schaduwen met zich meebrachten. Hij was als vastgenageld aan de grond blijven staan en kon geen stap meer verzetten.
een ronde weg groeit links en dan rechts van de maan een weg naar hoge terreinen van het bewustzijn, strepen wijzen een weg, weg van het stof
Door de piepkleine gaten in het gewaad sloeg hij de oude put tegenover de akker gade, waarvandaan hij hoongelach op hoorde stijgen.
"Gooi hem erin! Gooi hem erin!"
Door zijn adelaarsogen zag hij in de verte een van de kinderen zijn schoen in zijn hand houden en de kinderen om hem heen moedigden hem luid en olijk aan.
groen gevederte groeit tussen de lanen tot diep onder de grond, het magma stolt en zal altijd stollen
De schoen werd in de lucht gelanceerd en dwarrelde beetje bij beetje verder de put in tot een zacht plompgeluid te horen was. De buikjes van de kinderen schudden heen en weer. Dreigend en schommelend kwamen de kinderen stap voor stap dichterbij onze Benji, bleven even voor hem staan om hem te aanschouwen, en tilden hem met zijn allen op. "Laat die verdomde trommel toch hier!" Ze zwierden hem heen en weer, gooiden en in de lucht en riepen in koor:
"Hoera!"
de aarde heeft zich verwisseld met de lucht, alleen in beiden is de echte waarheid te vinden
In cirkels kwamen ze steeds dichterbij de put. Een plotselinge hitte daalde neer. Benji werd bij zijn kraag gepakt, naar de rand van de put gebracht en er op gewezen dat zijn schoentje diep in die donkere cirkel lag. Het hoongelach keerde terug. Een jongen, lichtgebouwd, met blanke ogen als parels, spuugde in de put. Hij telde twee seconden totdat er een gespat te horen was, helder als kristal. Alle kinderen stonden nu om de put heen gebogen en aanschouwden aandachtig het diepe zwart dat de put wist te dragen. "Moeder zegt dat ie uit de as is opgerezen." Benji keek op en wist zich los te rukken, maar stond wederom als aan de grond genageld. Verbaasd keken de kinderen hem aan. Alle oogjes verplaatsten zich naar zijn voet. "Kijk eens, wat rood ie is!"
vrijdag 6 februari 2015
Koningin van glas
je plek om te schuilen is een hoek in de zee
schuilen onder een golf waar je een publieke terechtstelling bijwoont
waar ze zebrastrepen schilderen op je buik
voeten drenken in glassplinters
je bent een heilige op kruistocht
rollen door een glazen zee is een studie waar je je mee bezig houdt
waar je je ganse leven aan wijdt
waar je kroonluchters zegent met wijn
je geliefden zijn in lakens gewikkelde panters
ze dwalen over je plafond
leren je duiken onder witte mos
onder tegels waar je in verdwijnt
schaakpatronen lossen je allerlaatste wens in
ze rijden je in een koets
als een zwarte geestverschijning
naar je gekoesterde koningin van glas
schuilen onder een golf waar je een publieke terechtstelling bijwoont
waar ze zebrastrepen schilderen op je buik
voeten drenken in glassplinters
je bent een heilige op kruistocht
rollen door een glazen zee is een studie waar je je mee bezig houdt
waar je je ganse leven aan wijdt
waar je kroonluchters zegent met wijn
je geliefden zijn in lakens gewikkelde panters
ze dwalen over je plafond
leren je duiken onder witte mos
onder tegels waar je in verdwijnt
schaakpatronen lossen je allerlaatste wens in
ze rijden je in een koets
als een zwarte geestverschijning
naar je gekoesterde koningin van glas
woensdag 12 februari 2014
Zandbericht
dwars in de straat slaapt een figuur
onder zijn kussen bewaart hij je bericht
in zijn buik je schrijfmachine
"de hoogte in” schreeuwen de mensen langs de kant
zie ze schreeuwen
ze geven de burger moed
ze doen figuren rijzen en slaken
zolders zijn plekken voor geheimen
om te ontrafelen
rafelende partijen
als een muzieknoot in een dressoir
in de zon ligt een geheim
dat alleen voor jouw oren bestemd is
de woorden wrijf je uit je ogen
in en langs je haar
om er vervolgens vandoor te gaan
een slaapplek in de duinen
is je wens
in de luwte golft het er
is het een komen en gaan van voorouders
waarheid is en blijft een gevaar voor mensen met een diffuus geheugen
op een huwelijk sta je met je hoofd gebogen te luisteren
naar een collectie van muzen
alleen
in een droomverschijning
in een korset van bloemen
gebukt onder leed
lijden van een draad aan ijzer
een ijzeren draad is waar je aan opgetild wordt
er blijft hangen tot in de eeuwigheid
ze zullen honden op je af te sturen in het donker
dan zul je twijfelen aan wat je zegt
en wat je wilt en wat je durft
want jij leeft in een schuur
achterdeuren bestonden vroeger niet
je hoofd is van hout
je lijf is van gort
je oog is een mineraal
gewonnen in een of ander tropisch oord
waar ze mensen vermoorden
dagelijks wroeten ze in de aarde voor een beetje melk
dat ze niet vinden
ze wroeten stenen weg
hele vulkanen wroeten ze leeg
ze zijn gek
door het dolle heen wroeten ze in zichzelf
tot ze verdwijnen
in een leeg melkwegstelsel
waar niemand is en niemand is verdwenen
het geeft niet hoeveel ze van je houden
de leegte houdt ook een beetje van jou
een geboorte is welkom hier
een geboorte van een woestijn is op zijn plaats
er worden liederen voor gezongen
er worden dansjes voor uitgevonden
ze zullen je liefkozen
je bij je hand pakken
en leiden tot rust
er hult zich een woestijn in je
als een spijker dwars in je orgaan
een dochter uit een ver land houdt van je
ze wil drijfzand
een drijfwiel
een drijfkracht
jij drijft alles aan wat er in je zit
een geluid
een papiertje
een waterkrachtmachine
alles draait in je hoofd
een knoploze machine is geen machine
maar een stuk roest
roest is je hoofd
zand je hart
beenderen van geluid
en grappen van gras
hier moeten ze je grappen niet
het zijn zigeuners die hier de rol spelen
het hele rollenspel uitgevonden hebben
ze dansen hier om een sjamaan
een vuur
ze dansen om je heen
alles is een kring hier
alles draait in een kring
de mensen zijn kringen
je haren zijn kringen
een leven is een kring
welkom in een kring
wij doorbreken kringen
vinden een vierkant
maar vinden er weer een cirkel in een vierkant
ze dragen stenen naar een haven
om ze in een bootje te leggen
zo gaan de stenen een weg naar een eiland
waar onbewoondheid de regel is
tijdens vakanties komen ze je geruststellen
dat je thuis hoort op het eiland
in de hitte verdwijnen ze
lossen ze op in het zand
je wond wordt gezandstraald
en zal helen in schaduwwieken
van zigeuners worden wij mensen
van mensen worden wij beesten
beesten zijn in ons
wij zijn dieren in elkaar
dieren liggen in ons opgestapeld
in onze lichamen zijn zij de echte mensen
een auto of voertuig is geen dier
een voertuig is een lichaam in disguise
een verhulling van een walvis
een verhulling van een orka
ze zal springen uit water
in het zand van je lijf
zand in je ogen
wrijf het uit je ogen in een melkpot
bewaar je orka voor later
later is het nodig
later is alles nodig
later, is dat niet vandaag?
vandaag is later
ga toch niet hiernaartoe
een wolk is je humeur
en je humeur draait in cirkels
onder zijn kussen bewaart hij je bericht
in zijn buik je schrijfmachine
"de hoogte in” schreeuwen de mensen langs de kant
zie ze schreeuwen
ze geven de burger moed
ze doen figuren rijzen en slaken
zolders zijn plekken voor geheimen
om te ontrafelen
rafelende partijen
als een muzieknoot in een dressoir
in de zon ligt een geheim
dat alleen voor jouw oren bestemd is
de woorden wrijf je uit je ogen
in en langs je haar
om er vervolgens vandoor te gaan
een slaapplek in de duinen
is je wens
in de luwte golft het er
is het een komen en gaan van voorouders
waarheid is en blijft een gevaar voor mensen met een diffuus geheugen
op een huwelijk sta je met je hoofd gebogen te luisteren
naar een collectie van muzen
alleen
in een droomverschijning
in een korset van bloemen
gebukt onder leed
lijden van een draad aan ijzer
een ijzeren draad is waar je aan opgetild wordt
er blijft hangen tot in de eeuwigheid
ze zullen honden op je af te sturen in het donker
dan zul je twijfelen aan wat je zegt
en wat je wilt en wat je durft
want jij leeft in een schuur
achterdeuren bestonden vroeger niet
je hoofd is van hout
je lijf is van gort
je oog is een mineraal
gewonnen in een of ander tropisch oord
waar ze mensen vermoorden
dagelijks wroeten ze in de aarde voor een beetje melk
dat ze niet vinden
ze wroeten stenen weg
hele vulkanen wroeten ze leeg
ze zijn gek
door het dolle heen wroeten ze in zichzelf
tot ze verdwijnen
in een leeg melkwegstelsel
waar niemand is en niemand is verdwenen
het geeft niet hoeveel ze van je houden
de leegte houdt ook een beetje van jou
een geboorte is welkom hier
een geboorte van een woestijn is op zijn plaats
er worden liederen voor gezongen
er worden dansjes voor uitgevonden
ze zullen je liefkozen
je bij je hand pakken
en leiden tot rust
er hult zich een woestijn in je
als een spijker dwars in je orgaan
een dochter uit een ver land houdt van je
ze wil drijfzand
een drijfwiel
een drijfkracht
jij drijft alles aan wat er in je zit
een geluid
een papiertje
een waterkrachtmachine
alles draait in je hoofd
een knoploze machine is geen machine
maar een stuk roest
roest is je hoofd
zand je hart
beenderen van geluid
en grappen van gras
hier moeten ze je grappen niet
het zijn zigeuners die hier de rol spelen
het hele rollenspel uitgevonden hebben
ze dansen hier om een sjamaan
een vuur
ze dansen om je heen
alles is een kring hier
alles draait in een kring
de mensen zijn kringen
je haren zijn kringen
een leven is een kring
welkom in een kring
wij doorbreken kringen
vinden een vierkant
maar vinden er weer een cirkel in een vierkant
ze dragen stenen naar een haven
om ze in een bootje te leggen
zo gaan de stenen een weg naar een eiland
waar onbewoondheid de regel is
tijdens vakanties komen ze je geruststellen
dat je thuis hoort op het eiland
in de hitte verdwijnen ze
lossen ze op in het zand
je wond wordt gezandstraald
en zal helen in schaduwwieken
van zigeuners worden wij mensen
van mensen worden wij beesten
beesten zijn in ons
wij zijn dieren in elkaar
dieren liggen in ons opgestapeld
in onze lichamen zijn zij de echte mensen
een auto of voertuig is geen dier
een voertuig is een lichaam in disguise
een verhulling van een walvis
een verhulling van een orka
ze zal springen uit water
in het zand van je lijf
zand in je ogen
wrijf het uit je ogen in een melkpot
bewaar je orka voor later
later is het nodig
later is alles nodig
later, is dat niet vandaag?
vandaag is later
ga toch niet hiernaartoe
een wolk is je humeur
en je humeur draait in cirkels
woensdag 9 oktober 2013
Portieren van perceptie
torso's van afgebrokkelde bakstenen huizen
versteende badhuizen ingezegend door zwangere vrouwen
ze dragen een gedicht voor
de handen ineen gestoken
metaal op wind glijdt naar beneden in jute zakken
jazzklanken
suède blauw zijn wij
ogen
de portieren van perceptie draaien
links rechts blauw onder
in je binnenste flikkeren gedachten
een brandend alarm draait witheet rond
de zo fortuinlijke raderen
goedendag preekt de portier
de man valt van een stoel om riedeltjes te boetseren
kreten laken van zijn tong
"door de wereld als wil te zien
zijn wij de wereld
wij willen de wereld dragen
dualiteit bestaat hier niet"
achter duizend gesloten ramen staan verrekijkers opgesteld
gemiddeld vaart een boot in brandende hoepels rond
gratis popcorn vreet de straatstenen weg
zwarte lijken van gras nestelen zich in je schoot
wolkenkrabbers worden binnenstebuiten gekeerd
als je goed kijkt zie je pakken
driedelige pakken ronddraaien
driemaal rond de maan
je geboortedag valt in de ogen van een dode
in de allegorie van de grot worden brandende botten verspreid
alles is een reflectie van de doden
de goden van de dag
versteende badhuizen ingezegend door zwangere vrouwen
ze dragen een gedicht voor
de handen ineen gestoken
metaal op wind glijdt naar beneden in jute zakken
jazzklanken
suède blauw zijn wij
ogen
de portieren van perceptie draaien
links rechts blauw onder
in je binnenste flikkeren gedachten
een brandend alarm draait witheet rond
de zo fortuinlijke raderen
goedendag preekt de portier
de man valt van een stoel om riedeltjes te boetseren
kreten laken van zijn tong
"door de wereld als wil te zien
zijn wij de wereld
wij willen de wereld dragen
dualiteit bestaat hier niet"
achter duizend gesloten ramen staan verrekijkers opgesteld
gemiddeld vaart een boot in brandende hoepels rond
gratis popcorn vreet de straatstenen weg
zwarte lijken van gras nestelen zich in je schoot
wolkenkrabbers worden binnenstebuiten gekeerd
als je goed kijkt zie je pakken
driedelige pakken ronddraaien
driemaal rond de maan
je geboortedag valt in de ogen van een dode
in de allegorie van de grot worden brandende botten verspreid
alles is een reflectie van de doden
de goden van de dag
dinsdag 1 oktober 2013
Vandaag
vandaag vroegen ze me naar de duinen te gaan
ver van vandaag
in een glimp gaat de dag verloren
in het gras diep daaronder draaien wieken
eindeloos
belicht door een grove vlam van je jurk
stalagmieten
een antieke viool
kroonluchters
daarboven zweef je met je ellenlange haren door de lucht
over een brug bemost met oude geliefden
achter je schijnt het kaarslicht
in het tegenlicht klinkt je hart door je heen
in de treurwilg hangt een veer voor je
schrijf een brief naar de dieptes van de dag
ga je pad achterna
draag jezelf in het licht
beestjes wachten op je in de heuvels
krabbetjes en ander geluid
draag je volle kan naar de haven
graaf je een weg naar de kinderdag
wieg de pasgeboren vogel zachtjes in je armen
houd je oog tegen de wind
laat de bel klinken
schud vandaag op al haar grondvesten
ver van vandaag
in een glimp gaat de dag verloren
in het gras diep daaronder draaien wieken
eindeloos
belicht door een grove vlam van je jurk
stalagmieten
een antieke viool
kroonluchters
daarboven zweef je met je ellenlange haren door de lucht
over een brug bemost met oude geliefden
achter je schijnt het kaarslicht
in het tegenlicht klinkt je hart door je heen
in de treurwilg hangt een veer voor je
schrijf een brief naar de dieptes van de dag
ga je pad achterna
draag jezelf in het licht
beestjes wachten op je in de heuvels
krabbetjes en ander geluid
draag je volle kan naar de haven
graaf je een weg naar de kinderdag
wieg de pasgeboren vogel zachtjes in je armen
houd je oog tegen de wind
laat de bel klinken
schud vandaag op al haar grondvesten
dinsdag 6 augustus 2013
Nostos II
"knapperd"
met rode lipstick gekalkt op je voorhoofd
een welkomsttekst
een warm welkom thuis
naast de lego rails worden graven geleegd
een loopgravenoorlog in een pretpark
is welkom
op je eiland
in de film worden sokken
gebreid als een ritueel
om er iets in te doen voor kerstmis
aan de open haard
spelen dronkenmannen
drie stuks
een liedje voor je
over een kind van goud
met scharen in de hand
vegen ze het bloed van de schouw
van de plastic rotsen
trots is hier niet welkom
achter de deur hebben ze
een berg punaises opgestapeld
dankzij een man in uniform
worden koffers met taarten geleegd
hij verdween door de schoorsteen
in dichtbevolkte duinen staat een bed
met daarin spiegels opgestapeld
als in een spiraal
een bad vol vloeibaar gesteente
stroomt langzaam over in
de dieptes van je kinderziel
in de koffer van veren
staat een plaats gemarkeerd
in oost-indische inkt
inclusief een verbod
tegen het beklimmen van kantelen
Abonneren op:
Posts (Atom)