aanschouw de sterren
in het oneindige
het oneindige donker
lichtbakens in het donker
sterren aanschouw de mens
aan touwen gebonden
met het middelpunt der aarde verbonden
ad infinitum
aanschouw zijn bewegingen over het zinderende asfalt
banen waar je van gaat dollen
zoals een jongen met zijn gedachten
mannen laat spinnen om een lolly
zo gaan ook de bakstenen hun eigen weg
rondom de molen met zijn wieken
die rondtollen als gekken
als ringen steeds dichter op de wind
zo gaan ook die wieken
aanschouw de jongen
met al zijn vragen over het leven
of hij de grond in gaat en niet naar de sterren
maar dat is nog oh zo ver
zo ver weg susten zij
sterren aanschouw de mens
in het oneindige
het oneindige donker
dragen zij bakens van licht
lichtbakens in het aardedonker
donderdag 27 januari 2011
maandag 24 januari 2011
Buitenste ruimtes
kranen gaan open
van watervallen van dozen
waarin mensen knielen
zie je ze daar niet allemaal invallen?
tot hun uiterste
zie je de verliezende gevallen
waarbij zalen van lood
overgaan naar ruimtes vol grote buitenruimtes
die buitenste ruimtes
vielen ze daar niet allemaal in?
van watervallen van dozen
waarin mensen knielen
zie je ze daar niet allemaal invallen?
tot hun uiterste
zie je de verliezende gevallen
waarbij zalen van lood
overgaan naar ruimtes vol grote buitenruimtes
die buitenste ruimtes
vielen ze daar niet allemaal in?
woensdag 19 januari 2011
Alsmaar oostwaards
o die wangen van boter
vervlochten met mijn lippen
die pas van voeten
verscheurd met mijn benen
waar gaan ze heen?
de verte in met vergezochte gezichten
waar je pas gaat
alsmaar oostwaards
het geeft niet
laten we dansen
in omarmde maanstreken
met zijn kruizen wit van kalk
laten we zingen
over balustrades van groene takken
o die wangen
die wangen van boter
onder het licht van vederlichte manen
vegend in de wind
waar gaan ze heen?
de verte in gedompeld in gras
waar je pas gaat
alsmaar oostwaards
het geeft niet
laten we ten ondergaan
in die rozige ochtend
met zijn sterke verlangen
hou je vast!
aan die o zo zachte wangen
vervlochten met mijn lippen
die pas van voeten
verscheurd met mijn benen
waar gaan ze heen?
de verte in met vergezochte gezichten
waar je pas gaat
alsmaar oostwaards
het geeft niet
laten we dansen
in omarmde maanstreken
met zijn kruizen wit van kalk
laten we zingen
over balustrades van groene takken
o die wangen
die wangen van boter
onder het licht van vederlichte manen
vegend in de wind
waar gaan ze heen?
de verte in gedompeld in gras
waar je pas gaat
alsmaar oostwaards
het geeft niet
laten we ten ondergaan
in die rozige ochtend
met zijn sterke verlangen
hou je vast!
aan die o zo zachte wangen
Abonneren op:
Posts (Atom)