stenen geven de tijd aan
vanuit de ronde kamers tot aan verre heides
geef ik het sein dat de treinen kunnen vertrekken
vol zwetende mensen uitreikend naar een enkele reserve
droge mond en een hand graaiend in mijn holle buik
raakt de top de stroom van de draad tot de schok
dat er geen plaats is om te zitten
maar allen moesten staan van ons fascisten
terug naar de draden al hangend in de lucht
sleep ik me voort naar de toren
orders reik ik uit aan mijn mensen
van de rij tot aan de sterren op de gebleekte kledij
texturen van katoen in een keurige lijst
gevoerde groene jas met adelaar
vergeef mij voor de terugkeer
voor mijn rechtlijnigheid tegenover deze kleur
witte grauwe straten aan mijn zij
botten rijzende uit de ochtenddauw
vuur in en voor mijn ogen
rottende ledematen geborgen in mijn hart
laat ik er het beste van maken
laat mij die mensen vernietigen
zodra ik via de draden ontsnap uit deze miserie
ben ik vastbesloten maar een ding op me te laten wachten
daar een schot uit het besluit van mijn rechtbank
de loop van een .45 stuurt me via smekende ogen
naar de klap die me doet ontsnappen uit deze gevangenis van '45
zullen ze mij kunnen troosten en mijn tranen doen opdrogen?
een trein vol mensen kijkt me aan als ik vraag om vergiffenis
maar het vonnis van mijn dierbaren is vastbesloten
de smekende ogen blijven me voor eeuwig aanstaren
tot mijn nagedachtenis
zondag 21 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten