als strohoeden verstrikt in het leven
in het geelheet
plaatsen de arbeiders
aanbidders van het koren
weefgetouwen
overgoten met de lijnen der tijden
streven zij naar het opknopen
het versmelten van
het moment
kameraad
mijn handen zijn mijn handen niet meer
verkrampt zijn mijn pezen
vertrapt mijn laarzen
geef mij een bed van staal
en een deken van sneeuw
om in te verzinken
kameraad
met je handen van katoen
en je schitterende ogen
uitgehouwen tot knopen
mijn wollige huis
zal je lijf niet verdragen
je verzuim
zal de sterren laten bungelen
als verloren zandkorrels in de nacht
en als linnen lakens zwevend in de wind
vervolgen zij hun weg
zij aan zij
en het gouden licht streelt tot in de oneindigheid hun gezicht
donderdag 14 april 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten